Deel 8: Peru – “Het is droog in de woestijn” - Reisverslag uit Cuzco, Peru van Bart Brandts Buys - WaarBenJij.nu Deel 8: Peru – “Het is droog in de woestijn” - Reisverslag uit Cuzco, Peru van Bart Brandts Buys - WaarBenJij.nu

Deel 8: Peru – “Het is droog in de woestijn”

Door: B3

Blijf op de hoogte en volg Bart

18 Maart 2015 | Peru, Cuzco

Lima, Paracas, Ica, Huacachina, Nazca, Arequipa, Cusco (Peru)
(ft. Stefan Veensta)

“Here comes the Sun” (Beatles, Abbey Road)

Na een bliksem reis van noord Peru naar Lima en een uitschieter naar de Amazone was ik inmiddels aardig ingeburgerd. Ik had de landschappen en hoogtes ervaren, cavia gegeten en Inca Cola gedronken, kortom; de hoogste tijd om deze kennis over te brengen. Het wachten was alleen nog op het slachtoffer; Stefan Veenstra.
Hij was al een tijdje onderweg toen ik aankwam op het vliegveld van Lima. En ik kwam net, met wilde verhalen en natte kleren, terug uit de Jungle van Iquitos. Ik besloot op het vliegveld te wachten, het kon immers niet heel lang meer duren voordat Steve zou komen…

Vooraf gingen er in onze vriendengroep al vele verhalen rond dat Stefan, vooralsnog niet de meest bereisde, het vliegtuig wel eens zou kunnen missen. Zelf had hij ook al eens uitgesproken dat hij wellicht de weg niet zou kunnen vinden. Ikzelf had er wel vertrouwen in, maar toch sloeg het noodlot toe. De schuld lag echter niet bij Steve, een sneeuwstorm weerhield het vliegtuig te landen in Philadelphia en het was genoodzaakt uit te wijken naar Pittsburg. De vertraging die hierdoor werd opgelopen resulteerde in het missen van de aansluiting in Miami. Steve werd in één dag wereldreiziger en moest noodgedwongen een dagje doorbrengen in Miami. Stefan slaagde cum laude voor zijn eerste reizigersexamen; met zijn vers gemaakte vrienden vervoerde hij zichzelf in een “yellow-cab” naar Miami Beach waar hij een biertje bestelde. Geen stress, keurig.

Nadat ik (inmiddels ook een nacht klaarwakker op het vliegveld) op de hoogte was gebracht van het debacle, had ik mezelf vervoerd naar een hostel in Lima waar ik genoeg tijd had om mijn verloren nacht in te halen, mijn kleren te drogen en mijn digitale leven op orde te brengen voordat Steve aankwam. Het was inmiddels middernacht toen de deurbel ging en ik de deur van het hostel opende. Na 2 maanden onbekenden en vreemdelingen stond er, aan de andere kant van de wereld midden in Lima, ineens zo’n rare Zuidhorner voor mijn neus. Geniaal.
Het was middernacht en hij was exact 48 uur onderweg geweest, godzijdank had de jongen trek want ik had de Peruviaanse burgers en Inca Cola klaarstaan.

Ik ben gezegend met een brede vriendengroep. Helaas niet allen in de mogelijkheid om 3 maanden te reizen. Gelukkig vond ik een paar maanden voor vertrek wel iemand die een gedeelte wilde aanhaken. Toen dit uitkwam en ik vertelde dat ik visite zou krijgen, was Steve de laatste persoon waarvan de mensen om me heen het zouden verwachten.
Hij zou zelf de laatste zijn om dit te ontkennen, maar des te groter is mijn respect voor zijn keuze. Of het nou mijn overtuigingskracht is of Stefan’s onderdrukte drang naar avontuur is geweest, ik ben blij dat hij gekomen is en zal hem overtuigen dat dit precies bij hem past.

Dat het een juiste keuze zou zijn wist ik namelijk al voordat ikzelf was vertrokken. Samen reizen in een ander continent is namelijk te gek, maar het moet uiteindelijk toch nog wel even gebeuren. Samen hadden we ver voor vertrek besproken wat we zouden kunnen gaan doen en welk gedeelte hij me zou kunnen komen bezoeken. Steve besloot aan te sluiten in het vooraf ogend, mooiste maar ook drukste gedeelte van mijn hele reis; van Cusco tot Lima. Qua te overbruggen kilometers niet noemenswaardig, maar qua bezienswaardigheden en te ondernemen activiteiten een rijkelijk gevuld programma. Ideaal voor een vakantie van drie weken; let’s burn some money!

De drie weken werden die hij vrij kon krijgen werd een aaneenschakeling van hoogtepunten. Een rollercoaster-ride waar geen einde aan leek te komen. Dagen voelden als weken en werden volgepropt met adrenaline verhogende activiteiten, lekker eten en altijd maar weer die “dos cerveza’s, por favor”.
Het was, na 2 maanden solo, zeker even schakelen om samen met iemand te reizen. Gelukkig heb ik het geen enkele keer als negatief ervaren. Het grote verschil zit met name in de tussenmomenten (wachten bij een busstation / laat aankomen in een hostel of stad / dubieuze taxi regelen) Deze lastige, onzekere en soms saaie momenten worden een stuk prettiger en bovendien eenvoudig gevuld. Je hebt altijd wel iemand om mee te praten, toepen of uiteraard een biertje te drinken.

Deze ‘tussenmomenten’ gebruikte ik in het Pre-Steve tijdperk vaak om mijn verhaaltjes te schrijven. Het gevolg is dus dat ik nu, na 3 weken ouwehoeren en biertjes drinken, een lading achterstallig onderhoud te verwerken heb. De hoeveelheid verhalen die ik zou kunnen schrijven is enorm, maar vanzelfsprekend is die drang minder groot, omdat ik immers iemand heb om die momenten mee terug te halen.
Aangezien we beide ouder worden is het wellicht toch handig dat ik in ons reisschema in grote lijnen uitwerk. Daar komt bij dat ik jullie niet zou willen onthouden van de avonturen die we hebben meegemaakt nadat Steve in het holst van nacht dat hostel binnen kwam zetten.

Tijd om te wennen was er niet meer, want na een korte nacht stapten we in onze eerste bus naar Paracas. Dit aan de oceaan gelegen stadje is de opstap naar het gelijknamige Nationale Park en de voor de kust gelegen Balestas eilanden.
De eilanden zouden we de volgend dag bezoeken, dus om onze dag te vullen hadden we 2 mountainbikes gehuurd om het park in te gaan. Er zijn niet veel mensen die dit ritje fietsend doen, voornamelijk vanwege de afstand en de temperatuur. Je moet je voorstellen dat dit gedeelte van Peru zo droog en warm is dat er haast geen vegetatie is. Vandaag stond er ook nog eens een stevige tegenwind. Aangezien het al middag was, werd het ons niet aangeraden om de trip te ondernemen. Natuurlijk stapten we eigenwijs op de fiets en trapten ons al snel het snot voor de ogen.
Van een beetje afzien zijn we niet vies en het was te gek om dwars door het surrealistische woestijnlandschap te fietsen. Na twee stevige klimmetjes was het schiereiland bereikt en de oceaan in zicht. Na een veel te frisse duik gingen we terug en daalden wellicht iets te snel af om daarna een schaal vers gebakken vis weg te werken. De schemer zette in en hals over kop jakkerden we terug om voor donker thuis te zijn. Dit lukte niet want ons werd gedemonstreerd hoe snel een zonsondergang rond de evenaar.
Moe, verbrand en voldaan kwamen we in ons hostel en maakten kennis met “The Frog game”. Een geniaal spel wat ons in de juiste sfeer naar het strand bracht. Hier was namelijk de laatste dag van het jaarlijks streekfestival aan de gang. Met de voetjes in het zand en een liter bier in de hand verbaasden we ons over de Peruaanse boyband-cultuur. Alle veiligheidsregels werden genegeerd toen er na de laatste noot achter ons een groot vuurwerk ontstak.

Nog nagenietend van een niet misselijke eerste dag, stapten we ’s ochtends vroeg in een powerboat naar de Ballestas Islands. Dit is een eilanden groep voor de kust waar duizenden zeevogels leven en nestelen. Ondanks de barre omstandigheden bovenwater, worden de vogels onder water goed verzorgd. Er speelt zich een vreemd fenomeen af; door de koude onderstroom komen de algen omhoog waar grote scholen vis zich op voeden; een eenvoudige prooi voor de vogels.
Ook de zeeleeuwen is dit niet ontgaan en zij zijn dan ook in veelvoud aanwezig. Vanuit de boot heel prima te zien, horen en ruiken. Lastiger te spotten waren de pinguïns, maar tussen de boobies (zonder blauwe voeten, met zwart maskertje) konden we er toch een paar zien.
We keerden, dit keer met bus, terug naar het nationale park om wat ongeziene plekjes te bekijken maar voornamelijk te genieten van een terrasje. Wie doet ons wat; een koud biertje en mensen kijken, totdat er een bus recht voor onze tafel parkeerde.

Een spelletjes avond in het hostel werd in stijl afgesloten met “leute wo sind die hände”. Wellicht was dat de reden waardoor we wat sloom bij het busstation verschenen. Kennelijk te laat, want de bus hadden we gemist. Wij raakten niet in paniek, sterker nog; onze onoplettendheid resulteerde in de begeerde rustgevende kajaktrip. Voorzichtig peddelden we naar een verlaten boot die was overgenomen door een verzameling vogels. Toen er ook nog een nieuwsgierige zeehond kwam buurten was de ochtend compleet en waren we toe aan een nieuwe poging de bus te pakken..

Al snel waren we aangekomen in Ica, een iets minder prettig ogend stadje. Gelukkig is er, net buiten de stad een verrassende trekpleister; “Huacachina”. Als een sprookje doemt er midden in de woestijn een oase op. Ontelbare duinen maken ineens plaats voor een meer, palmbomen en de bijbehorende toeristische voorzieningen.
De grootste voorziening? Grote, van PK’s bulderende, Buggy’s waarmee je door de duinen kan crossen. Al snel schoten we met een rotgang over de duinen en werden we door G krachten achterin onze stoel gedrukt. De belachelijk hoge zandduinen boden de ideale gelegenheid om eens goed zand te happen; sandboarden. Plat op een board je van tientallen meters hoge duinen naar beneden laten storten, wat een lol. Voordat we vanaf het hoogste duin van de zonsondergang zouden genieten, bond ik de bindingen van een snowboard vast en ging ik staand naar beneden. Na een niet onverdienstelijk poging belandde ik uiteindelijk toch halsoverkop in het zand.

Deze regio, en misschien wel heel Peru, staat bekend om haar Pisco; een van druiven gemaakte (stevige) alcoholische versnapering. De wijngaarden hadden net hun druiven seizoen gehad en dat wordt ieder jaar gevierd.
We vielen met onze neus in de boter, want tijdens een 10 daags festival werden de wijnen en de pisco’s van dit seizoen gepresenteerd. Dit grote feest gaat gepaard met veel muziek, dans en uiteraard eterij. Zo veel feest dat toeristen gewaarschuwd worden niet te gaan. Wij namen de proef letterlijk op de som en de spookverhalen bleken niet waar te zijn. Wel waren we nagenoeg de enige blanke toeristen.
Op weg naar de naar de bar werd de een na de andere wijn aangeboden. Het proeven ging ons goed af en binnen no time waren we niet alleen verzot van diverse wijntjes, ook waren we fan van “Corazon Serrano”, een zeer bekende Peruviaanse band. Gehuld in fan-sjaals en geflankeerd door minstens 2 flessen wijn stonden we midden in het publiek. Dat we niet vooraan konden staan deerde niet, we waren immers 2 koppen groter dan de gemiddelde bezoeker. Deze optelsom resulteerde in ontelbare foto-shoots met bezoekers. Uiteindelijk vonden we jolig en semi-bekend onze weg naar huis.

Huacachina is een prachtig plaatsje, maar het heeft niet veel te bieden. Gelukkig denkt niet iedereen er zo over. Al snel kwamen we hem tegen, de zelfbenoemde “Flying Dutchmen”. Elk stadje heeft wel zo’n persoon toch, Ronald is er zo één. Al jaren woont hij hier in zijn paradijs en het is overduidelijk waarom het hem niet verveelt. Hij ‘was’ Nederlander en verzamelt zijn geld door tours aan te bieden. Hij verzorgt dezelfde wijn-tour als de meeste hostels maar met een iets pittiger randje; hij noemt het “de shitface-tour”.
Tot zijn zichtbare spijt hielden we het bij de wijn en pisco tour en zeiden nee tegen alle andere opties die hij kon bieden. De tour, langs twee wijnhuizen, was behalve interessant en informatief bijzonder dorstlessend. Ronald bleek een steengoede vent wat resulteerde in goede gesprekken en aparte foto’s. Het was zon avond waarin er gewoon te veel rare dingen gebeuren; een pisco drinkende agent, een slapende taxichauffeur, een lege accu en nog meer dingen die we ons niet kunnen herinneren. Het zal de pisco zijn geweest, want uiteindelijk hield the Flying Dutchman zich aan zijn woord; de bijnaam van zijn tour bleek meer dan correct.

Nasca staat voornamelijk bekend om haar ‘lijnen’. Eeuwen oude lijnen gemaakt door de bewoners dwars door de woestijn. Het blijft onverklaarbaar hoe ze met beperkte middelen zulke kaarsrechte kilometers lange lijnen hebben kunnen maken. Belangrijker misschien nog wel; waarom maakten ze deze lijnen? De bekendste lijnen zijn echter niet de duizenden rechte, maar de kronkelende tekeningen die ze met de lijnen hebben gemaakt.
Het zijn prachtige symbolische figuren van honderden meters groot, haast niet te zien van de grond. Vandaar dat we onszelf in een mini vliegtuigje hadden gepropt.

Samen met onze twee piloten zat het vliegtuig bomvol, en al snel bungelden we boven Nasca en bromden we richting de woestijn-plaat. We merkten hoe gevoelig zo’n klein vliegtuigje is voor wind en stuur wijzigingen, het was een ervaring op zich.
Bij het naderen van de figuren zorgde de piloot er voor dat we het goed konden zien, zonder waarschuwing kantelde het vliegtuigje zo’n 45 graden. Tegen het raam geplakt zagen we de beroemde aap, spin, astronaut(?) en vele andere.
De busreis die ochtend hadden we ondanks de wijn-tour prima doorstaan, maar het gerammel, de vliegstijl en de hitte zorgde ervoor dat we beide wat zweterig achterin zaten. We waren dan ook niet treurig toen de co-piloot vertelde dat we ze allemaal gezien hadden en terug mochten. Het was een duidelijk gevolg van de shitface-tour.
Ondanks dat het iets kleiner was dan we hadden voorgesteld (vanuit de lucht is alles klein) was het erg indrukwekkend, evenals het watersysteem wat dit intelligente volk tweeduizend jaar geleden had bedacht. Nasca als stad was verder teleurstellend te noemen en gelukkig gingen we dezelfde avond met nachtbus richting Arequipa.

Arequipa is een prachtige stad en zou de basis zijn voor onze eerste serieuze hike. Maar eerst vermaakten we ons met het aanbod adrenaline shots. We waren immers op vakantie en die soles moeten rollen. We hadden de woestijn nu definitief achter ons gelaten en bevonden ons aan de zuidzijde van de Andes. We besloten een dagje te raften wat een groot succes bleek. Met Steve en Bart op kop maakten we, al stuiterend, onze weg door de Rio Chili. Een compleet andere setting dan mijn raft-belevenis in Tena (Ecuador), maar bijzonder leuk en in een zeer mooie omgeving. Ook het rots klimmen was een groot succes. Door een communicatiefoutje was het ietwat vertraagd, waardoor we onze laatste klim, alsof het al niet lastig en spannend genoeg was, in dikke schemer mochten doen. Het was wederom een avontuur, en wanneer je het na kan vertellen is het altijd een goed verhaal.

Heel vroeg in de ochtend werden we opgehaald voor de Colca trekking. Door aardbevingen waren we genoodzaakt de enkel 2 daagse wandeltocht te doen, gedeeltes van het grote pad waren onbegaanbaar . De busrit naar de Colca Canyon was een losstaande tour op zich. We passeerden de 4000 metergrens en zagen de eeuwige sneeuw van dichtbij. In de verte torende de sneeuwkappen boven ons uit. Bij Condor’s Cross zagen we de 2 meter brede condors uitvliegen boven het duizelingwekkend diepe canyon, een adembenemend gezicht.

Toen we aan onze tocht begonnen hadden we snel door hoe stijl deze canyon was. Pak ‘m beet 1000 meter nagenoeg recht naar beneden. Niet al te lief voor de knietjes, maar het uitzicht was fantastisch en de beloning beneden maakte veel goed. Steve ervaarde ook hoe snel je mensen kunt leren kennen en waarderen. In de 3,5 uur die we er over deden was de basis gelegd toen we Acda en de Munnik door de canyon brulden. Tijdens de overnachting in de vallei/oase werd het echt gezellig, waardoor de weg omhoog de volgende dag iets minder afzien was. Ietsje maar..
Een veldslag was het zeker, maar des te beter het gevoel op de top. Bijgekomen vervolgde de pret zich in de bus, bij de lunch en in de hot springs. We hadden echt een gezellige groep mensen bij elkaar. Terug in Arequipa voelde het alsof een schoolreisje was geëindigd. Vriendjes werden uitgezwaaid en de bus naar Cusco stond alweer klaar.

Cusco is gelegen in het Andesgebergte en is de poort tot Sacred Valley, de vallei die op haar beurt weer leidt tot Machu Picchu. Cusco was vroeger de hoofdstad van het Inca imperium en word omringd door gebergtes met prachtige tempels en eeuwenoude wandelpaden. De beroemde “Inca Trail” is hier slecht één van. We hadden drie dagen over voordat we mochten beginnen aan die opdracht. Drie dagen om bij te komen van onze spierpijn, maar ook om leuke dingen te doen en geld uit te geven, dat was inmiddels wel aan ons besteed.
Met een quad onder de kont sjeesden we door de landerijen in de vallei van Chincerro en zagen onder andere de Salinas, een heuvel met natuurlijke bron van super zout water die uitliep in ontelbaar veel zoutterrassen bij elkaar gedrukt op de heuvel.
Een dag later zochten we het hoger op en gingen we zip-linen. Met een katrolletje werden we vastgeklikt aan een staalkabel en zo roetsjte je met een rotgang door de bergen naar beneden. Remmen doe je uiteraard met je remhandschoen, of je laat het over aan een ander als je als superman naar beneden veegt. Wederom een magistrale ervaring.

Als je nou denkt, goh de mannen zijn de woestijn uit en gelijk een stuk minder dorstig, dan heb je het mis. Het was nog altijd droog en gelukkig wonnen we het beerpong toernooi. Ook maakten we ons op voor St. Patrick’s Day, de nationale Ierse feestdag die mondiaal gevierd mag worden. Gehuld in groen, dronken we onze eerste pint in Paddy’s om ons vervolgens in het feestgedruis van “the Wild Rover”, een Iers hostel, te storten. Het werd een knotsgekke avond waar we werden herenigd met enkele vrienden uit de Colca Canyon trekking. Terwijl de toko letterlijk op de kop stond werd ik zelfs verrast met een bezoek van twee Schotse vrienden waarmee ik had gereisd in Guatemala.

De dag na St. Paddy’s was zeker niet de productiefste. We konden inchecken in ons hotel en daar was het meeste wel mee gezegd. We besloten een kijkje te nemen in de San Pedro market, een typische Zuid-Amerikaanse markt. Een grote overdekte ruimte waar je je ogen uitkijkt. Souvenirs, eterij, verse jus, fruit, noten, kaas en vooral ook vlees in alle geuren, kleuren, soorten en ledematen…

De afgelopen twee weken waren fantastisch geweest, we hadden ons geen moment verveeld en alles zat mee. Festivals, feestdagen en activiteiten werden ons in de schoot geworpen. Ik zag dat Stefan genoot met volle teugen en haast ogen te kort kwam. Ikzelf vond daardoor alles dubbel zo mooi en vond het zeer relaxed om zo samen te zijn.
En dan hadden we het mooist nog voor het laatst bewaard; de beroemde “Inca Trail” to Machu Picchu. Een 4 daagse hike naar de grootste en beroemdste Inca tempel, maar ook de ‘bucketlist-activiteit’ die mij deed besluiten naar Zuid Amerika te gaan.

Deze avond zouden we onze groepsgenoten leren kennen en uitleg krijgen over de komende dagen. Na onze Colca-hike van 1,5 dag waren we reuzenbenieuwd naar de tocht en de mensen met wie we deze ervaring mochten delen. Ook benieuwd? lees dan verder in deel 9.

Voor nu, bedankt voor het lezen
Lobi da Basi, Bart

  • 05 April 2015 - 01:15

    Marieke:

    01.15 uur. Mooi verhaal voor het slapen gaan. Xx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bart

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 479
Totaal aantal bezoekers 94592

Voorgaande reizen:

07 Januari 2015 - 09 April 2015

Midden & Zuid-Amerika 2015

26 Januari 2011 - 28 Juni 2011

Down Under 2011

12 Juli 2010 - 30 Juli 2010

Campert 2010

07 Juli 2009 - 02 Augustus 2009

Indonesie 2009

21 Juli 2008 - 23 Juli 2008

Nu We Er Toch Zijn (Op Vakantie!)

06 Februari 2007 - 14 Mei 2007

Curacao 2007

23 Juli 2006 - 07 Augustus 2006

Canada 2006

Landen bezocht: